Meer weten?
Neem contact op met
Als je je voor het eerst verdiept in de gemeentepolitiek, is het best ingewikkeld om erachter te komen waar de gemeente nu wel en niet over gaat. Voor belangenbehartigers van patiënten en mensen met een beperking is vooral het sociaal domein en het streven naar een inclusieve samenleving (VN-verdrag Handicap) van belang.
De gemeente is de meest decentrale overheid van Nederland. In de gemeente worden wetten uitgevoerd die door het Rijk zijn bedacht. Maar er is daarnaast ook ruimte voor gemeenten om zelf het beleid vorm te geven. In de ene wet krijgt de gemeente meer ruimte voor eigen beleid dan in de andere. Hoewel de basis van de taken van de gemeenten dus dezelfde is via de wet, kan iedere gemeente ook een deel zelf bepalen. In de praktijk neemt de ene gemeente veel meer initiatieven op een bepaald onderwerp dan een andere gemeente. De grote lijnen worden daarbij uitgestippeld door de gemeenteraad. De wethouder en de ambtenaren werken die grote lijnen verder uit in beleid.
Hieronder zoomen we in op twee onderwerpen in de gemeente die veel invloed hebben op mensen met een ziekte of een beperking: het sociaal domein en de inclusieve samenleving (op basis van het VN-verdrag Handicap).
Het sociaal domein is in 2015 ontstaan toen drie sociale wetten ontstonden: de Wmo (2015), de Jeugdwet en de Participatiewet. Dit werd samengevoegd met de sociale taken die de gemeente al had en zo is het hele sociaal domein gevormd.
Het hele sociaal domein van de gemeente wordt vaak in een piramide vormgegeven. Met aan de onderkant de lichtste, meest algemene ondersteuning (de sociale basis). Aan de bovenkant de meest specifieke en intensieve ondersteuning. Hoe lager in de piramide, hoe meer mensen ermee geholpen kunnen worden.
Het algemene idee achter de piramide is, dat als er meer mensen in de sociale basis geholpen kunnen worden met preventieve maatregelen, er minder mensen gebruik hoeven te maken van zwaardere vormen van ondersteuning. Zo werkt de gemeente aan inhoudelijke doelen als ‘zelfredzaamheid bevorderen’, ‘versterken sociale samenhang’ en ‘eigen regie bevorderen’. Tegelijk is ook het doel van deze piramide om de kosten te beheersen. Voor de uitgaven in het sociaal domein kan je de piramide omkeren: het maatwerk is vele malen duurder dan de sociale basis.
De sociale basis en de lichte ondersteuning is vrij toegankelijk, maar valt wel degelijk onder het sociaal domein. In de wetten (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet) zijn namelijk ook preventieve doelstellingen opgenomen. Het maatwerk is alles waar een inwoner een indicatie voor nodig heeft, van rolstoelen en huisaanpassingen, via uitkeringen en jobcoaching, tot gespecialiseerde jeugdzorg en thuiszorg.
Het werken aan een samenleving waar iedereen mee kan doen en erbij hoort, heeft sinds de invoering van het VN-verdrag Handicap in 2016 echt een vlucht genomen. De meeste gemeenten maken hiervoor lokale inclusie agenda’s en implementatieplannen.
De alliantie VN-verdrag Handicap maakte een video met duidelijke uitleg over het VN-verdrag Handicap:
In die lokale inclusieagenda’s komen alle aspecten van het leven aan de orde, en dus gaat het ook over gemeentelijke taken buiten het sociaal domein. Met name op het gebied van de openbare ruimte en informatievoorziening spelen in veel gemeenten toegankelijkheidsvraagstukken. Maar ook voldoende aangepaste of aanpasbare woningen en toegankelijkheid van cultuur, sport en evenementen staan vaak op de agenda.