Meer weten?
Neem contact op met
Als je in je gemeente de belangen van jouw achterban wilt behartigen, waar moet je dan beginnen? In de gemeente zijn er verschillende plekken waar burgers inspraak hebben, en waar je als belangenbehartiger je stem kan laten horen. We zetten de belangrijkste voor je op een rij.
Als je als belangenbehartiger actief wil zijn in je eigen leefomgeving, is het wijs om je eerst goed te oriënteren hoe het speelveld van lokale participatie eruit ziet. Misschien kan je met anderen samenwerken, of jouw aandachtspunten via iemand anders inbrengen. Hoe participatie geregeld is bij verschillende onderwerpen, verschilt per gemeente. De grootte van een gemeente bepaalt ook veel. Hieronder laten we zien welke spelers het meest voorkomen. Soms komen ze onder een andere naam voor, maar hebben ze wel een soortgelijke functie.
In elke gemeente bestaat een Adviesraad Sociaal Domein. Soms heet die anders, bijvoorbeeld Wmo-raad of Participatieraad. De Adviesraad Sociaal Domein geeft advies aan het college van Burgemeester & Wethouders als er nieuw beleid wordt gemaakt over bijvoorbeeld de inkoop van de jeugdzorg, of over hoe regelingen in de Wmo of Participatiewet uit zullen gaan pakken voor inwoners. Ook wordt er over onderwerpen als armoede, cliëntondersteuning en informele zorg (door vrijwilligers en mantelzorgers) geadviseerd. Een dergelijke adviesraad is voor gemeenten wettelijk verplicht en vanuit het oogpunt van de gemeente de belangrijkste manier om participatie in het sociaal domein te regelen.
De adviesraden zijn meestal niet voor iedereen geschikt om aan deel te nemen. Er komen veel complexe beleidsstukken voorbij. Sommige adviesraden hebben wel werkgroepen georganiseerd op onderwerp, bijvoorbeeld jeugd, wmo en werk. Zo’n werkgroep is makkelijker toegankelijk en kan de adviesraad ‘voeden’ vanuit het dagelijks leven met ondersteuning uit het sociaal domein.
De adviesraden sociaal domein worden landelijk vertegenwoordigd en ondersteund door de landelijke Koepel Adviesraden Sociaal Domein
Werkgroepen van een gemeente hebben een minder formele functie dan de adviesraden. Ze zijn niet wettelijk verplicht en bestaan dan ook lang niet in alle gemeenten. Ze vallen wel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Vaak worden ze gevraagd om knelpunten aan te dragen of mee te denken over mogelijke oplossingen. Dat kan over alle onderwerpen gaan: zorg en ondersteuning, onderwijs, werk, vervoer, wonen, bedrijven en winkels, sport, cultuur, informatie en – vooral – de openbare ruimte komt vaak aan de orde.
In veel gemeenten of regio’s bestaan onafhankelijke lokale belangenorganisaties, vaak bekend onder de naam ‘gehandicaptenplatform’ of ‘inclusieplatform’. Het is zeer wisselend hoe de gemeente met zo’n lokale belangenorganisatie omgaat en hoe zij betrokken worden bij voor hen relevante onderwerpen. Meestal ontvangen deze organisaties wel subsidie van de gemeente.
Deze lokale belangenorganisaties hebben een lange geschiedenis in de emancipatiebeweging van mensen met een beperking. Hun subsidie is sinds 2015 in veel (maar niet alle!) gemeenten onder druk komen te staan. Gemeenten denken dan voldoende participatie te hebben georganiseerd met de Adviesraden Sociaal Domein. Terwijl juist deze lokale belangenorganisaties hard nodig zijn om de belangen van inwoners met een beperking te behartigen. Denk daarbij aan invloed op de toegankelijkheid, invloed op de gemeenteraad (ook op het gebied van het sociaal domein) en de inbreng vanuit verschillende aandoeningen, beperkingen of handicaps.
Een overzicht van deze lokale gehandicaptenplatforms is te vinden op de ledenpagina van Ieder(in)
Landelijke patiëntenorganisaties richten zich steeds vaker op het lokale en regionale veld. Logisch ook, want het leven van mensen met hun specifieke aandoening wordt behoorlijk beïnvloed door het gemeentelijke beleid. De moeilijkheid is dat gemeenten niet denken in termen van specifieke aandoeningen. Met aandoeningsoverstijgende samenwerkingen hebben de landelijke patiëntenorganisaties een goede vorm gevonden om bij de gemeente aandacht te krijgen voor hun onderwerpen.
Daarnaast zijn er puur regionale organisaties: zorgbelang-organisaties en de regionale cliëntorganisaties (RCO’s) voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. De taken van deze regionale organisaties verschillen onderling, vaak afhankelijk van opdrachten of subsidies van provincies of gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn: belangenbehartiging, informatievoorziening, lotgenotencontact, onafhankelijke cliëntondersteuning, projectmatig werken aan implementatie van (nieuw) beleid.
De cliëntenraden zijn misschien een beetje een vreemde eend in de bijt van dit overzicht. Want ze richten zich niet op het beleid van de gemeente, maar op het beleid van een zorgorganisatie. Toch zijn deze cliëntenraden belangrijk voor het overzicht. Alleen al omdat je in contact met cliëntenraden soms heel goed je achterban kunt bereiken. Daarnaast zijn sommige zorginstellingen heel groot, met meerdere locaties, en kun je op deze manier dus ook lokaal en regionaal invloed uitoefenen. Een cliëntenraad bestaat in elke zorgorganisatie met 10 of meer werknemers (residentiële zorg), of 25 of meer werknemers (ambulante zorg) en valt onder de verantwoordelijkheid van de betreffende zorgorganisatie.
De cliëntenraden worden landelijk ondersteund door het LOC Cliëntenraden en het LSR Medezeggenschap.